Flow- en retourtemperatuursensoren zijn standaard in de tempereerapparaat gemonteerd. De parameter [Intern meetpunt] bepalen of de aanvoertemperatuur of retourtemperatuur wordt geregeld of dat de reële waarden aan de interne controller wordt geleverd.

OPMERKING!

Afhankelijk van de size van het externe warmteoverdrachtscircuit kan de retourregeling aanzienlijk langzamer zijn dan de stroomregeling.

  1. Selecteer [Instelling] > [Temperatuurregeling] > [Intern Meetpunt].

  2. Stel de parameter in op de gewenste waarde.