De functie wordt ingeschakeld met de parameter [2nd Setpoint] of via de afstandsbediening. De werkelijke waarde van de vooraf geselecteerde sensor op basis van de parameter [Intern Meetpunt] wordt aangepast aan de ingestelde waarde.

OPMERKING!

Deze gevraagde waarde kan bijvoorbeeld worden gebruikt om de temperatuur te verlagen.

  1. Tik op het basisbeeldscherm van de startpagina op de menutoets
  2. Selecteer [Functies] > [2. Gewenste Waarde]
  3. Gebruik de schuifregelaar (, ) om de functie in of uit te schakelen.