Storingen worden gesignaleerd op het basisscherm in het statusveld en door het LED-statuslampje (spot) aan de onderkant van het apparaat. Toevoeging van een akoestisch alarm (claxon) informeert de operator in geval van een storing. Door op het statusveld (infosymbool ) te tikken, wordt het informatiesysteem geopend. Het informatiesysteem geeft algemene apparaatinformatie weer, evenals informatie over fouten en waarschuwingen die zich voordoen.

Waarschuwingsniveaus

ER wordt een onderscheid gemaakt tussen de volgende alarmniveaus, die corresponderende reacties uitlokken. Voor een overzicht van de storingen, klik hier...

Waarschuwingsniveau0305101320303335
Statusveld/SpotlightGeelGeelGeelGeelRoodRoodRoodRood
Verwarming-Uit--UitUitUitUit
Pomp-----UitUitUit
Koeling-----UitUitUit
Hoorn--ActiefActiefActiefActiefActiefActief
Alarmcontact--ActiefActiefActiefActiefActiefActief
Alarm op interface--ActiefActiefActiefActiefActiefActief
AlarmbevestigingManueelAutomatischAutomatischManueelManueelManueelManueelManueel

In geval van storingen in het alarmniveau 10–35:

  • Claxon, alarmcontact (extra ZBuitrusting) worden geactiveerd en de storing wordt doorgegeven aan de interface (ZD, ZC, ZPextra uitrusting).
  • Claxon door op de Mute-knop te tikken.
  • De oorzaak van de storing bepalen. Om de oorzaak van de storing vast te stellen, klik hier... .
  • Bevestig de storing door op de knop te tikkencross mark of door naar links te vegen (afb.). De fout zit niet meer in de weergave.