Het apparaat koelt totdat alle temperaturen (Voorloop, Terugloop en, indien beschikbaar, extern) lager zijn dan de ingestelde temperatuur [afkoeltemperatuur]. De druk wordt dan ontlast en het apparaat wordt uitgeschakeld. Optioneel kan een wachttijd worden ingesteld, die wordt gewacht nadat de temperatuur [Afkoeltemperatuur] is bereikt voordat het apparaat wordt uitgeschakeld.

  1. Druk op de functieknop () op het basisbeeldscherm.
    → De knop moet ongeveer ¼ s ingedrukt worden om de functie uit te voeren.

Van

  1. Tik op het basisbeeldscherm van de startpagina op de hoofdmenuknop ().
  2. Selecteer [Functies] > [Afkoelen]
    → de functie inschakelen met de schuifregelaar ()

OPMERKING!

Als, nadat de functie [Afkoelen] is geactiveerd, Ook de functie [Mold Legen] is geactiveerd, Zal Het Apparaat Matrijslediging Uitvoeren voordat deze wordt uitgeschakeld.

afkoeltemperatuur

Met de functie [Afkoelen] wordt het apparaat uitgeschakeld nadat de ingestelde temperatuur [Afkoeltemperatuur] is bereikt.

  1. Tik op het basisbeeldscherm van de startpagina op de hoofdmenuknop ().
  2. Selecteer [Instelling] > [Diverse] > [Koeltemperatuur].

  3. Stel de parameters in op de gewenste waarde.

Wachttijd na het afkoelen

Zodra de temperatuur [Afkoeltemperatuur] is bereikt, wacht het apparaat op de ingestelde tijd voordat het wordt uitgeschakeld.

  1. Tik op het basisbeeldscherm van de startpagina op de hoofdmenuknop ().
  2. Selecteer [Instelling] > [Diverse] > [Wachttijd Na Afkoelen].

  3. Stel de parameters in op de gewenste waarde.
    → de functie inschakelen met de schuifregelaar ().