Om een snelle respons te genereren nadat het apparaat is ingeschakeld of nadat het instelpunt wijzigen is, draait de pomp op het ingestelde zoerental. Zodra de gevraagde waarde van de momenteel geregelde temperatuur is bereikt, wordt de eerder ingestelde bdrijfsmodus van de pomp automatisch overgenomen.

OPMERKING!

De startfunctie van de pomp is alleen van toepassing op de bdrijfsmodus „” van de pomp. Eco-mode ...

  1. Selecteer [Instelling] > [Pompregeling] > [Pompstartfunctie]

  2. Gebruik de schuifregelaar (, ) om de functie in of uit te schakelen.

Zoerental van de startfunctie

  1. Selecteer [Instelling] > [Pompregeling] > Gevraagde Waarde Startsnelheid]
  2. Stel de parameter in op de gewenste waarde
    Kijk hier voor het RPM-aanpassingsbereik...