doel

De ventilator vervangen 12 V (EV 1)

kwalificatie

vakkundig personeel

Materiaal

Pos.AanduidingT28738T29342
01

ventilator 12 V, 0,6 m

1-
01

ventilator 12 V, 0,95 m

-1

Benodigd materiaal

  • Torx-schroevendraaier, size 20

pocedure

LET OP!

Voor het werken met het apparaat is kennis van de veiligheidsinstructies en de korte handleiding vereist. Daarom:

Lees de veiligheidsinstructies en de korte handleiding zorgvuldig door voordat u met de werkzaamheden begint. De basisvereiste voor veilig werken is naleving van alle veiligheidsinstructies en zorgvuldige actie door gekwalificeerd vakkundig personeel om ongevallen met persoonlijk letsel en materiële schade te voorkomen.

Afkoelen en uitschakelen

  • Tik op het basisbeeldscherm op de functieknop ().
    • Het apparaat koelt af tot de temperatuur lager is dan de afkoeltemperatuur. Het apparaat wordt vervolgens uitgeschakeld.

Open voorkant

  • Open de voordeur en vouw de voorkant helemaal naar beneden door de twee Torx-schroeven los te draaien.
  • Verwijder de beschermkap in de elektrische behuizing door de Torx-schroeven te verwijderen.

Reserveonderdeel vervangen

OPMERKING!

Bij het vervangen van de ventilator is het aan te raden om de luchtfiltermat aan de onderkant van het apparaat te reinigen en indien nodig te vervangen. Klik hier...

  • Koppel de X24-connector los van de GIF-61-apparaatkaart en verwijder deze volledig.
  • Verwijder de ventilator (EV_1)
    • Belangrijk: De ventilator is niet vastgeschroefd — hij wordt alleen via de beschermkap in de elektrische behuizing bevestigd.
  • Installeer een nieuwe ventilator (EV_1).
    • Zorg ervoor dat de luchtstroom naar binnen in het apparaat is gericht (zie pijl op de behuizing van de ventilator).
  • Leid de X24-connector naar de GIF-61-apparaatkaart en maak verbinding.

Voorkant sluiten

  • Monteer de beschermkap rond de elektrische behuizing en zet deze vast met Torx-schroeven.
  • Vouw de voorkant omhoog en zet 2x Torx-schroeven vast.

Controleer de functie

  • Het apparaat inschakelen met de I/O-knop (), controleer de dichtheid en functie van het apparaat.
  • Het onderhoudsinterval van het vervangen onderdeel opnieuw instellen (→Onderhoudsschema).

Uitschakelen

  • Het apparaat uitschakelen met de I/O-knop ().
    • Het apparaat wordt uitgeschakeld en, indien nodig, gekoeld en drukloos.
  • De hoofdschakelaar uitschakelen (QS 1).